Werpstralen

Bij het werpstralen wordt in tegenstelling tot bij het injector en druktankprincipe, geen gebruik gemaakt van lucht om het straalmiddel de noodzakelijke versnelling te geven.

Het principe van werpstralen werkt als volgt: vanuit een voorraadbunker “stroomt” een regelbare hoeveelheid straalmiddel naar een werpwiel (turbine). In het midden van het werpwiel bevindt zich een voorversneller die zorg draagt voor de eerste versnelling van het straalmiddel. Via een bus met een opening komt het straalmiddel op de juiste positie terecht op de bladen van het werpwiel. Deze bladen zorgen voor een verdere verhoging van de afwerpsnelheid. Door de hoge centrifugale kracht verlaat het straalmiddel het werpwiel op een nauwkeurig bepaald moment en komt op het te stralen product.

Vervolgens wordt het straalmiddel, samen met stof en vervuiling, door de bekerelevator naar de z.g. windsichter getransporteerd. Hier worden de verontreinigingen en het te kleine straalmiddel verwijderd. Het gereinigde en nog bruikbare straalmiddel wordt teruggebracht naar de voorraadbunker.